C Majeur en D Mineur – Akkoordstructuren Uitgelegd

De muziekles van meneer Soemo leert studenten muziekscales en afstanden tussen noten, met focus op het begrijpen en uit het hoofd leren van verschillende toonladders.

Bedoeld om te leren spelen tijdens open sessies

Nu de akkoorden

We gaan ervan uit dat C I is, D II is, E III is, F IV is, G V is, A VI is en B VII is. Elke noot genummerd dus.

C – D – E – F – G – A – B – C of I – II – III – IV – V – VI – VII

Om een 3-noot of akkoord met 3 tonen te pakken hou je je aan de 1 – 3 – 5. De 3-noot wordt ook wel terts genoemd.

Vanuit C: C – E – G

C=1, D=2, E=3, F=4 en G=5

Dit noemen we C of C majeur. Wordt genoteerd als C, Cmaj, CM of CΔ.

Vanuit D: D – F – A

D=1, E=2, F=3, G=4 en A=5

Dit noemen we een D mineur en wordt genoteerd als Dm, Dmin, D- of Db3.

Vanuit E: E – G – B = E mineur.

D=1, G=3 en B=5, enzovoorts…

Vanuit F: F – A – C = F majeur

Vanuit G: G – B – D = G majeur

Vanuit A: A – C – E = A mineur

Vanuit B: B – D – F = B mineur verlaagd 5 en wordt ook als B-b5 genoteerd.

We zetten alles op een rij

Trap	Ladder	Vanuit	Nummer	3-toon 1 – 3 – 5	Notatie 1 – 3 – 5	Benaming 1 – 3 – 5
I	Ionisch	C	1	C – E – G	CΔ	C majeur
II	Dorisch	D	2	D – F – A	D-	D mineur
III	Frygisch	E	3	E – G – B	E-	E mineur
IV	Lydisch	F	4	F – A – C	FΔ	F majeur
V	Mixolydisch	G	5	G – B – D	GΔ	G majeur
VI	Aeolisch	A	6	A – C – E	A-	A mineur
VII	Locrisch	B	7	B – D – F	B-b5	B mineur verlaagd 5

En nu heb je een zestal akkoorden die je in je akkoordenboek moet opzoeken (voor de gitaristen en toetsenisten!). Blazers en bassisten slaan die noten gewoon aan in de maat, totdat het soepel gaat.

Een aantrekkelijke voorproefje voor de volgende les: Waarom is C majeur, D mineur en B halfverminderd? Wanneer wordt een akkoord mineur, wanneer majeur, of zelfs iets anders? Ter voorbereiding op de volgende les…

Om akkoorden te benoemen moet je uitgaan van I

Die weten we nog wel: De 1e trap.

We denken weer vanuit C, het startpunt

C – D – E – F – G – A – B – C

Afstanden worden dan:

heel – heel – half – heel – heel – heel – half

Vanuit D wordt dat dan:

D – E – F# – G – A – B – C# – D

Dan passen we de 3-noot, de 1 – 3 – 5 toe en krijgen we het volgende:

D – F# – A

De D – F# – A is de D majeur. Het gaat uit van de 1 – 3 – 5, afspraak!

Nu gaan we kijken naar de D mineur, die bestaat uit

D – F – A

De D majeur bestaat uit

D – F# – A

Conclusie: De D mineur heeft een verlaagde 3, een b3.

Als je behoefte hebt aan een gesprek over dit onderwerp, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via het formulier op Kelompok of hieronder in het openbaar.