De eed van de Marowijne
Lang geleden, toen de zon de aarde zacht omarmde en de bomen zich in de lucht uitstreken als oude wachters, verzamelden de dieren van het oerwoud zich aan de oevers van de grote rivier, de rivier die al sinds het begin der tijden door het hart van Suriname stroomde. De rivier, die wijs was als de jaguar en geduldig als de schildpad, sprak zonder woorden. Haar wateren droegen verhalen van verdriet en vreugde, van strijd en vrede, van het verleden en de toekomst.
Hier in de diepe jungle van Moiwana, waar de Marowijne-rivier zingt en de bomen hun verhalen fluisteren, leefden de dieren van Suriname in een broze harmonie.
Op een dag riep de oude Jaguar, wiens vacht glinsterde als de sterrenhemel, de bewoners bijeen bij de oevers van de Marowini, een naam verbonden met dit gebied sedert het woud zich nog in haar maagdelijk schoon verloor.
Zijn stem was diep en gedragen, alsof hij sprak namens de aarde zelf.
“Broeders en zusters,” zei de Jaguar,
“De lucht draagt de geur van verandering, en de aarde beeft onder de last van herinnering. Wij moeten spreken over het verleden, zodat wij het pad naar de toekomst kunnen vinden.”
De dieren luisterden in stilte. De Aap, die altijd vol leven was, zat nu stil, zijn ogen vol gedachten. De Toekan, met zijn kleurrijke snavel, keek naar de lucht alsof hij antwoorden zocht in de wolken. Zelfs de trotse Anaconda kronkelde zich in een kring, zijn ogen glanzend van wijsheid.
De eerste die sprak was de Luiaard, traag en bedachtzaam. “Het verleden rust zwaar op ons allen,” zei hij, “zoals de lianen die een boom omarmen. Maar is het niet zo dat zelfs de zwaarste lasten de wortels versterken?”
De Regenboogpapegaai, wiens veren alle kleuren van de jungle droegen, hief haar vleugels en sprak: “Wij zijn verschillend, zoals de kleuren van mijn veren, maar samen vormen wij een geheel. Laat onze herinneringen niet verdelen, maar verbinden.”
De oude krokodil, die de rivier al vele eeuwen kende, kroop uit het water en sprak tot de verzamelde dieren: “Broeders en zusters, zoals de rivier altijd stroomt, zo moeten wij ons verleden dragen, zonder dat het ons verzwakt. Herinnering is onze kracht, niet onze last; het is de wortel van ons bestaan, niet de ketting die ons hindert. Laat ons daarom een eed afleggen, een belofte die de rivier zal dragen naar de oceaan.”

Met zijn ondoorgrondelijke blik, sprak hij verder. “Ik herinner me de donkere tijden, toen de rivieren de tranen droegen van hen die werden genomen. Maar ik zeg jullie dit: een rivier die niet stroomt, sterft. Laat ons bewegen, laten we niet stilstaan in verdriet.”
De jonge anaconda, die net zijn eerste reis door het woud had gemaakt, reikte zjn lichaam omhoog en zei: “Wij zullen herinneren, niet om vast te houden aan het verleden, maar om te leren. Zoals deze boom zijn wortels niet vergeet en naar de zon reikt, zo zullen wij groeien, boven de schaduwen die ons hebben omgeven.”
Toen stapte de kleine Agouti naar voren, getekend door verdriet maar stralend van innerlijke kracht, legde haar hand op haar hart en fluisterde:
“Wij zullen helen, niet door te vergeten, maar door te vergeven. Zoals de rivier haar stenen gladstrijkt met de tijd, zo zullen onze harten leren zacht te worden, zelfs voor hen die ons pijn deden.” Zijn stem zacht maar vastberaden. “Ik ben niet groot, ik ben niet sterk, maar ik draag de hoop van mijn jongen in mijn hart. Laten wij bouwen, zoals ik een nest bouw: met geduld, met liefde, en met geloof.”
Pact voor vrede
De Jaguar knikte en liet zijn blik over de menigte glijden. “Jullie woorden zijn wijs, maar woorden alleen bouwen geen toekomst. Laat ons een pact sluiten.
Dit benadrukt dat harmonie voortkomt uit de samenkomst van verschillende stemmen en energieën, als het bos waarin ieder zijn unieke rol speelt om iets groters te creëren.
Wij zijn allemaal als de snaren van een luit, ieder met zijn eigen toon, maar samen vormen we een melodie die de muziek van het leven is.
Zoals de rivier de wortels voedt, zoals de lucht de vleugels draagt, zo zullen wij elkaar dragen.”
De dieren staken hun poten, vleugels en schubben naar de lucht, en de oude Zeearend, die alles had gezien, schreeuwde:
“Laat dit onze eed zijn! Wij zullen herinneren, maar niet verteren. Wij zullen helen, maar niet vergeten. Wij zullen dromen, niet als dwazen, maar als doeners. Zoals de zon iedere ochtend opkomt om de aarde nieuw leven te geven, zo zullen wij opstaan en bouwen aan een morgen die de wonden van gisteren overstijgt.
En zo, terwijl de zon langzaam achter de horizon verdween en de jungle in een gouden gloed hulde, sloten de dieren van Suriname een verbond. Ze zouden voortaan niet alleen leven voor zichzelf, maar voor elkaar, voor de rivier, en voor het land dat hen allen droeg.
En de rivier luisterde. Haar wateren fluisterden in antwoord:
“Deze eed zal ik dragen, van generatie tot generatie.
Zoals ik stroom zonder stil te staan, zo zullen jullie voortgaan.
Laat herinnering een fundament zijn,
geen gevangenis;
laat hoop de wind zijn die jullie zeilen vult. En laat liefde de brug zijn
die jullie scheiding overbrugt.
Laat het een oproep zijn om een innerlijk en spiritueel verbond te sluiten—een belofte om in vrede en harmonie te leven, niet alleen met anderen, maar ook met jezelf en de natuur.”
De Marowijne-rivier glimlachte en stroomde verder, haar wateren vol verhalen van moed, liefde, en een belofte: dat de wonden van het verleden de kracht zouden zijn van een nieuwe dageraad.
Plaats een reactie