De Sluiers van de Oorsprong

Rotterdam

16 mei 2025

Aangepast op

In de diepe nacht, wanneer Moeder Aarde ademhaalde in nevelige dampen en de sterren als wachters over de aarde bogen, zat Khamun opnieuw bij het vuur. De kinderen luisterden met grote ogen, want de oude meester had aangekondigd dat hij hen een van de oudste geheimen zou onthullen—het geheim van de Sluiers.

“Er wordt gezegd,” begon Khamun, terwijl de vlammen schaduwen wierpen op zijn verweerde gelaat, “dat er een boek bestaat dat ouder is dan de tijd zoals wij die kennen. Een boek geschreven in tekens die niet door mensenhanden gevormd zijn, maar gegrift staan in de adem van het universum zelf. Dit boek, dat de Ouden de ‘Sluier van Isis’ noemden, bevat de kennis van de eerste dageraad, toen de mens nog licht was en niet gebonden aan de zwaarte van de aarde.”

Luan, wiens ogen fonkelden als druppels kwik, leunde naar voren. “Meester, wat staat er in dat boek?”

Khamun keek hem lang aan en sprak toen, met een stem die leek te komen uit een wereld voorbij de zichtbare: “Dat de mens niet is wat hij denkt te zijn. Hij is een echo van het goddelijke, een vonk uit een groter vuur. In het begin waren we zuiver, transparant als water dat nog geen modder heeft geraakt. Maar naarmate de eeuwen verstreken, werd ons licht zwaarder, onze lichamen dichter, en ons denken gehuld in de sluiers van vergetelheid.”

De kinderen zwegen. Alleen het ritselen van bladeren in de nacht, de flamboyante dans der vlammen, gedragen op ritmsch geknisper, een intensiteit van verlichting dat rust en warmte uitstraalde, vulde de ruimte tussen de woorden.

Sima, de sterrenschouwster, liet haar stem zacht klinken: “En wat zegt het boek over die sluiers? Kunnen we ze opheffen?”

Khamun knikte. “Elke mens leeft onder een sluier. Sommigen onder één, anderen onder velen.

De eerste sluier is onwetendheid—het niet weten waar je vandaan komt.

De tweede is angst—de bevroren gedachte dat je gebonden bent aan een lot dat niet van jou is.

De derde is illusie—de nevel die maakt dat we schaduwen aanzien voor de werkelijkheid.

En de vierde, de zwaarste van allen, is de sluier van materie—het geloof dat alleen dat wat je kunt aanraken, werkelijk is.”

De kinderen keken naar het vuur, dat danste als een levend wezen. Luan fronste. “Maar als die sluiers er altijd zijn geweest, hoe kunnen we dan ooit zien wat erachter ligt?”

Khamun glimlachte. “Door terug te keren naar het begin. De wijzen van oude tijden zeiden dat de mens een cirkel is. We begonnen als licht, daalden af in de duisternis, en nu… is het aan ons om terug te keren.”

Sima huiverde. “Maar meester… als de wereld zo donker is geworden, hoe vinden we de weg?”

Khamun hief zijn staf en tekende in de lucht een licht spoor van vuur. “Door de vonk te volgen die in jezelf brandt. Want zelfs in de diepste nacht, Luan, Sima, kinderen van de oude wereld—zelfs daar, gloeit nog steeds het eerste licht.”

En terwijl de sterren bleven waken, voelde ieder van hen, in de stilte van hun hart, dat de eerste sluier al een beetje dunner was geworden.


Gepost op

in

door

Reacties

Plaats een reactie