De aanleiding voor het schrijven van dit artikel is de aanstaande rechtszaak tegen premier Benjamin Netanyahu, die binnenkort voor de rechter moet verschijnen in verband met drie belangrijke corruptiezaken. Als hij schuldig wordt bevonden, kunnen de gevolgen verstrekkend zijn. Niet alleen kan hij geconfronteerd worden met zware straffen, maar het kan ook betekenen dat hij zijn functie als premier moet opgeven. Dit heeft niet alleen gevolgen voor zijn politieke toekomst, maar kan ook de stabiliteit van zijn regering en de bredere politieke situatie in Israël in gevaar brengen.
Israël, vaak geroemd om zijn technologische verfijning en militaire paraatheid, staat sinds oktober 2023 in het centrum van een politiek en humanitair stormfront. De oorlog in Gaza en de interne strijd om de regering maken de context alleen maar complexer.
Een leider met rechtszaken aan zijn hielen
Premier Benjamin Netanyahu is niet slechts een politieke veteraan; hij is een bestuurder die al jaren balancerend tussen beschuldiging en beleid zijn greep op de macht weet te behouden. Sinds 2020 sleept hij drie zware corruptiezaken met zich mee — variërend van vriendendiensten voor champagne en sigaren tot structurele belangenverstrengeling met mediabedrijven. Ondanks deze aantijgingen — en een rechtsstaat die steeds slechter functioneert onder zijn bewind — bleef hij premier, stuurde hij wetshervormingen richting zelfbescherming, en benutte elk moment van nationale crisis om zijn positie te versterken.
“Wat niet vernietigd wordt met raketten, vergaat misschien aan de stilte.”
— meneer Soemo
De oorlog in Gaza? Die kwam politiek gezien niet verkeerd uit. De massale protesten tegen zijn justitiële hervormingen verstomden. De rechterlijke macht raakte verdeeld. En zijn persoonlijke hoorzittingen werden keer op keer uitgesteld — zogenaamd vanwege “nationaal belang”.
Een oorlog die strategisch wel erg goed uitkwam
Op 7 oktober 2023 brak een tragedie uit die de wereld schokte: een aanval van Hamas waarbij honderden Israëlische burgers werden vermoord of gegijzeld. Wat volgde was een meedogenloos Israëlisch offensief in Gaza. Maar wie één laag dieper kijkt, stuit op ongerijmdheden. Israël had de aanval kunnen zien aankomen. Inlichtingen waren aanwezig. Ongewone bewegingen waren gemeld. Interne bronnen waarschuwden zelfs uren van tevoren voor activiteit aan de grens. Toch bleef men — volgens sommigen opzettelijk — afwachtend.
Waarom? Omdat deze aanval als katalysator diende voor een al langergekoesterde escalatie. De legitimiteit voor militaire operaties was er ineens. De publieke woede richtte zich naar buiten. En Netanyahu kon zichzelf opnieuw positioneren als “beschermer des vaderlands”, ondanks het feit dat hij nota bene aan de knoppen zat toen het misging.
De tunnels die niet gevonden mochten worden?
Een ander pijnlijk gegeven is het lang bestaande en diepe tunnelnetwerk van Hamas — volgens schattingen goed voor zo’n 400 kilometer ondergrondse infrastructuur. Israël, dat satellieten inzet om zandkorrels op Iraanse luchtmachtbases te tellen en een cyberleger beheert dat wereldklasse is, slaagt er wonderwel maar deels in om deze tunnels op te sporen. Waarom? Omdat het makkelijker is een vijand te verdragen die ver verwijderd, verspreid en politiek bruikbaar is.

Veel technologie bestaat al: bunkerdoorborende wapens, seismische metingen, thermografische beeldvorming, drones met grondpenetratiecamera’s. En zelfs als dat niet volstaat: hoe verklaar je het feit dat bunkers in Oekraïne tientallen meters diep wel geraakt worden, maar tunnels in Gaza nog grotendeels intact zijn?
De oncomfortabele hypothese: het tunnelnetwerk van Hamas heeft jarenlang mogen bestaan omdat het bestond binnen een functioneel vijandbeeld. Hamas is een geschenk voor Netanyahu. Het rechtvaardigt oorlog, militair budget, veiligheidswetten, én politiek gezag. En dus: zolang het niet echt verdwijnt, blijft Netanyahu relevant.
Het Internationaal Strafhof als symbolisch anker
En dan is er het Internationaal Strafhof (ICC), dat in 2025 een arrestatiebevel uitvaardigde tegen Netanyahu wegens oorlogsmisdaden. Juridisch lijkt het weinig effect te hebben — Israël erkent het ICC niet, en zolang Netanyahu niet reist, blijft hij formeel ongrijpbaar. Maar symbolisch is dit een aardverschuiving: voor het eerst in de geschiedenis wordt een leider van een geavanceerde, westerse democratie aangeklaagd voor massale schending van het oorlogsrecht.
De beschuldiging luidt: bewuste uithongering van burgers, het blokkeren van hulp, en het opzettelijk vernietigen van civiele infrastructuur. Allemaal tactieken die Israël eerder beweerde te vermijden. In werkelijkheid blijkt uit VN-rapporten en NGO-verslagen een beeld van systematisch geweld en strafexpeditie — niet van zelfverdediging.
Een kabinet dat zweeg, beschermde en meeging
Netanyahu doet dit niet alleen. Zijn kabinet — bestaande uit ultra-nationalistische partners, kolonistenministers en figuren die openlijk spreken over annexatie en “transfers” — stelt zich vaak op als beschermheer van joodse suprematie onder het mom van veiligheid. Elke poging tot kritiek wordt weggezet als antisemitisch. Mensenrechtenrapporten worden genegeerd of verketterd. En diplomatieke druk wordt beantwoord met trots en verzet, alsof Israël geen internationale afspraken nodig heeft.
Dit is niet de daadkracht van een verlichte democratie. Dit is het patroon van een staat die zichzelf boven de wet heeft geplaatst — zowel binnenlands als mondiaal.

Conclusie: meer dan een leider, een systeem in ontbinding
Netanyahu is het gezicht van een falend systeem. Een systeem dat recht buigt tot retoriek, technologie inzet als rookgordijn, en oorlog laat voortduren om zichzelf politiek te kunnen rechtvaardigen. Zijn schijnbare onaantastbaarheid is geen bewijs van onschuld, maar van de uitholling van verantwoording in een wereld waarin leiders hun eigen narratief schrijven — zolang wij niet beter kijken.
Maar uiteindelijk komt het moment waarop maskers vallen. En dan rest slechts de vraag: hoe lang nog voor Israël, en de wereld, zeggen: tot hier en niet verder?



Plaats een reactie