I. Hadrianus en Religieuze Controle
Keizer Hadrianus (76–138 na Christus) staat bekend als de “reizende keizer” van het Romeinse Rijk. Tijdens zijn regeerperiode bezocht hij de noordwestelijke provincies van het rijk, waaronder Germania Inferior — het gebied dat nu Nederland en België omvat. In deze regio lag Forum Hadriani, het huidige Voorburg, dat naar hem werd vernoemd. Ook Nijmegen (Ulpia Noviomagus) was een belangrijke Romeinse stad, met stadsrechten en een garnizoen.
Hadrianus speelde een cruciale rol in de institutionalisering van religieuze controle. Na de Joodse opstanden in Judea verbood hij de besnijdenis en herbouwde Jeruzalem als een Romeinse stad: Aelia Capitolina. De Joodse religie werd gecriminaliseerd, en duizenden Joden werden verdreven of tot slaaf gemaakt. Dit markeerde een vroege vorm van staatsantisemitisme: niet alleen religieuze intolerantie, maar een systematische poging om een cultuur uit te wissen.
II. Middeleeuwen: antisemitisme als kerkelijk beleid
In de Middeleeuwen werd antisemitisme verankerd in het christelijke wereldbeeld. De katholieke kerk verspreidde het idee dat Joden verantwoordelijk waren voor de dood van Christus — een beschuldiging die leidde tot eeuwenlange vervolging.
Institutionele maatregelen volgden:
- Lateraans Concilie (1215): Joden moesten herkenbare kleding dragen
- Ghetto’s: Joden werden verplicht in aparte wijken te wonen
- Verbod op ambachten: Joden mochten geen lid worden van gilden
- Beschuldigingen van rituele moord en hostiewonderen: vaak gebruikt als aanleiding voor pogroms
In steden als Mainz, Worms en Speyer ontstonden bloeiende Joodse gemeenschappen, maar ook daar werden ze regelmatig slachtoffer van geweld. De kerkelijke autoriteiten legitimeerden deze haat, en antisemitisme werd een structureel onderdeel van het Europese bestuur.
III. De Sefardische diaspora: tolerantie en segregatie
Na de verdrijving van Joden uit Spanje en Portugal in de 15e eeuw, vestigden veel Sefardische Joden zich in Amsterdam. De stad stond bekend om haar relatieve religieuze tolerantie, en werd een toevluchtsoord voor Joden die hun geloof niet langer in het geheim hoefden te belijden.
Amsterdam groeide uit tot een centrum van Joodse cultuur:
- De Portugese Synagoge werd gebouwd in 1675
- Joodse filosofen zoals Baruch Spinoza beïnvloedden het Europese denken
- Handel, diamantbewerking en boekdrukkunst bloeiden

Toch bleef de tolerantie beperkt. Joden mochten geen ambtenaar worden, geen politieke invloed uitoefenen en leefden vaak in aparte wijken. De Ashkenazische Joden uit Oost-Europa voegden zich later bij de Sefardische gemeenschap, wat leidde tot een rijke maar gesegregeerde Joodse aanwezigheid.
IV. Emancipatie en de verschuivende lens
Onder invloed van de Franse Revolutie en de Verlichting kregen Joden in veel Europese landen burgerrechten. In Nederland gebeurde dit in 1796, toen Joden formeel gelijk werden gesteld aan andere burgers.
Dit leidde tot een periode van integratie:
- Joden werden artsen, juristen, wetenschappers en politici
- Namen als Tobias Asser en Lodewijk Visser getuigen van deze bloei
- Joodse scholen, kranten en culturele verenigingen ontstonden
Maar de lens verschoof. Waar antisemitisme eerst religieus was, werd het nu raciaal en economisch. Joden werden niet langer beschuldigd van ketterij, maar van “vreemde afkomst” en “economische manipulatie”. De opkomst van het modern antisemitisme ging gepaard met pseudowetenschappelijke theorieën over ras, bloed en erfelijkheid.
V. De Holocaust: antisemitisme als staatsideologie
De 20e eeuw bracht niet alleen technologische vooruitgang, maar ook de grootste tragedie in de Joodse geschiedenis: de Holocaust. In Duitsland, Oostenrijk, Polen en Nederland werden Joden systematisch gedeporteerd en vermoord.
In Nederland:
- Werden Joden geregistreerd en geïsoleerd
- Moesten ze de Jodenster dragen
- Werden ze gedeporteerd via kamp Westerbork naar Auschwitz en Sobibor
Van de circa 140.000 Joden in Nederland werden er meer dan 100.000 vermoord — het hoogste percentage in West-Europa. De Holocaust was niet alleen een Duitse misdaad, maar ook een Nederlandse tragedie, waarin collaboratie, passiviteit en bureaucratische ijver een rol speelden.

Antisemitisme was niet langer een sociale houding — het was een staatsideologie, ondersteund door wetten, propaganda en geweld.
VI. Na de oorlog: stilte, herstel en herdenking
Na 1945 keerden overlevenden terug naar geplunderde huizen, een onverschillige overheid en een samenleving die liever vooruit keek dan terug. Pas in de jaren ’60 en ’70 groeide het bewustzijn van de Holocaust, met monumenten, herdenkingen en onderwijsprogramma’s.
Toch bleef antisemitisme bestaan — vaak onder de oppervlakte, soms in nieuwe vormen. De lens verschoof opnieuw: van religie en ras naar politiek en complotdenken.
VII. Het nieuwe antisemitisme: bankiers, reptilians en Israël
In de 21e eeuw zien we een verschuiving van klassiek antisemitisme naar digitale complottheorieën. Joden worden niet langer alleen beschuldigd van rituele moord of economische uitbuiting, maar van wereldwijde controle via banken, media en technologie.
Een van de meest bizarre en hardnekkige mythen is die van de “reptilians” — een complottheorie die stelt dat wereldleiders, vaak met Joodse achtergrond, eigenlijk buitenaardse wezens zijn die de mensheid manipuleren. Deze theorie, gepopulariseerd door figuren als David Icke, combineert sciencefiction met antisemitische tropen over “geheime elites”.
Ook het beeld van de Joodse bankier — vaak gesymboliseerd door namen als Rothschild — wordt gebruikt om economische onzekerheid en sociale frustratie te kanaliseren. In deze verhalen zijn Joden niet langer mensen, maar symbolen van macht, manipulatie en controle.
Daarnaast is er het anti-zionisme, dat soms omslaat in antisemitisme. Kritiek op Israël is legitiem, maar wanneer Joden collectief verantwoordelijk worden gehouden voor het beleid van een staat, vervaagt de grens tussen politiek en haat.
VIII. Conclusie: haat is zinloos en kost energie
Wat leren we van deze lange geschiedenis — van Hadrianus tot reptilians?
Dat haat zinloos is. Het vernietigt levens, gemeenschappen en samenlevingen. Het kost energie, tijd en menselijkheid. En het levert niets op behalve angst, verdeeldheid en geweld.
Als kinderen dit niet meer op school leren, dan moeten wij het zelf doen. Via platforms als Soemo’s WijsNieuws, via gesprekken aan de keukentafel, via kunst, muziek en onderwijs. Want de les van de Joodse geschiedenis is niet alleen een les over een minderheid — het is een les over ons allemaal.
Laten we dus niet alleen herdenken, maar ook begrijpen. Niet alleen erkennen, maar ook handelen. Want alleen dan kunnen we bouwen aan een samenleving waarin wijsheid sterker is dan waanzin — en menselijkheid sterker dan mythen.

Plaats een reactie