Oekraïne: strijd om grondstoffen en EU-toekomst

Rotterdam

16 mei 2025

Aangepast op

Oekraïne staat anno 2025 op een historisch kantelpunt. Na drie jaar oorlog, miljarden aan internationale steun en een diplomatieke dans tussen grootmachten, rijst de vraag: wat blijft er over voor Oekraïne zelf? Wordt het een land dat zijn bodemschatten afstaat in ruil voor veiligheid en wederopbouw, of groeit het uit tot een volwaardige Europese democratie met controle over zijn eigen toekomst?

Een land vol rijkdom, maar in oorlog

Oekraïne is gezegend met een van de rijkste bodems van Europa. Het land beschikt over aanzienlijke reserves van lithium, kobalt, grafiet, mangaan, tantaal, niobium en scandium — allemaal cruciale grondstoffen voor batterijen, windmolens, chips en defensietechnologie. In een wereld die steeds meer draait op groene energie en digitale infrastructuur, zijn deze mineralen goud waard.

Maar veel van deze reserves liggen in oorlogsgebieden: Donetsk, Loehansk, Zaporizja. De strijd om territorium is dus ook een strijd om toegang tot deze strategische rijkdommen. Rusland wil controle behouden over deze gebieden, terwijl Oekraïne weigert ze op te geven zonder veiligheidsgaranties.

De rol van de Verenigde Staten

De VS hebben sinds het begin van de oorlog meer dan 100 miljard dollar geïnvesteerd in Oekraïne — in wapens, humanitaire hulp en financiële steun. Onder voormalig president Trump werd zelfs gesproken over een “vergoeding” voor deze steun: Oekraïne zou tientallen jaren lang een deel van zijn grondstoffen moeten afstaan aan Amerikaanse bedrijven.

Hoewel deze eis uiteindelijk werd afgezwakt, is er in 2025 een investeringsakkoord gesloten waarbij de VS en Oekraïne elk 50% bijdragen aan een fonds voor mijnbouw en energie. De winst wordt ook gelijk verdeeld. Amerikaanse bedrijven krijgen toegang tot concessies voor lithium, uranium en andere mineralen. Washington ziet dit als een strategische investering én als economische erkenning voor de geleverde steun.

Europa: principieel, maar verdeeld

De Europese Unie heeft inmiddels meer dan €150 miljard geïnvesteerd in Oekraïne. Dat geld gaat naar militaire steun, opvang van vluchtelingen, wederopbouw en hervormingen. Toch is Europa minder expliciet in zijn economische verwachtingen. Er zijn wel partnerschappen gesloten voor toegang tot kritieke mineralen, maar zonder directe winstdeling.

Karikatuur van Oekraïens president Zelensky die een puzzel oplost, terwijl voormalig president Trump met olie in de hand kijkt.

Wat Europa vooral wil, is dat Oekraïne hervormt: corruptiebestrijding, versterking van de rechtsstaat, modernisering van het bestuur. Deze hervormingen zijn noodzakelijk voor EU-toetreding, iets waar Oekraïne hard aan werkt. Volgens de Europese Commissie heeft Kyiv inmiddels 90% van de vereiste stappen gezet.

Toch is er ook spanning. Europese bedrijven willen zekerheid over investeringen, en sommige lidstaten vrezen dat Oekraïne te afhankelijk wordt van Amerikaanse invloed. De diplomatie tussen Brussel, Washington en Kyiv is complex — en soms ongemakkelijk.

Zelensky’s missie: balanceren tussen belangen

President Volodymyr Zelensky begon zijn ambtstermijn als hervormer en vredestichter. Sinds de invasie is hij uitgegroeid tot het gezicht van Oekraïens verzet. Zijn missie is helder: het land beschermen, hervormen en verankeren in het Westen.

Maar hij opereert in een web van invloeden. Intern vertrouwt hij op adviseurs zoals Andrij Jermak. Extern is hij afhankelijk van steun uit Washington, Brussel en andere hoofdsteden. Hij moet balanceren tussen nationale belangen en internationale verwachtingen — tussen soevereiniteit en samenwerking.

Zelensky heeft herhaaldelijk gezegd dat Oekraïne “nooit een weg naar vrede zal blokkeren”, maar ook dat het “geen centimeter grondgebied zal opgeven zonder garanties”. Zijn leiderschap is een voortdurende onderhandeling.

Wat blijft er over voor Oekraïne?

De grote vraag is: wat houdt Oekraïne zelf over aan het einde van deze rit?

Politiek lijkt het land zijn autonomie te behouden, mits het niet gedwongen wordt tot territoriale concessies. Economisch is het afhankelijk van buitenlandse investeringen, maar behoudt het formeel eigendom over zijn bodemschatten. Sociaal is de impact enorm: miljoenen ontheemden, verlies van banen, trauma’s bij kinderen.

De externe schuld van Oekraïne bedraagt inmiddels €150 miljard. Schuldaflossing is uitgesteld tot 2027, maar vanaf 2033 moet het land 37 jaar lang afbetalen aan de EU. Dat betekent dat toekomstige inkomsten uit grondstoffen en wederopbouw deels zullen dienen om schulden te vereffenen.

Wingewest of EU-lidstaat?

De vergelijking met de Democratische Republiek Congo (DRC) is pijnlijk maar relevant. De DRC is rijk aan grondstoffen, maar arm door corruptie, buitenlandse exploitatie en zwakke instituties. Polen daarentegen trad in 2004 toe tot de EU en transformeerde tot een moderne economie met politieke invloed.

Oekraïne kan beide kanten op. Als het hervormt, transparant blijft en zijn grondstoffen strategisch inzet, kan het een volwaardige EU-lidstaat worden. Als het toegeeft aan druk, corruptie toelaat en zijn rijkdommen verliest aan buitenlandse belangen, dreigt het een wingewest te worden.

Zelenskyy says he is ‘ready’ to meet Putin

De toekomst ligt nog open

Oekraïne staat op een kruispunt. De keuzes die het land — en zijn partners — de komende maanden maken, zullen bepalen of het een pion blijft in een geopolitiek spel, of een speler wordt met eigen kaarten.

Wat vaststaat: de bodem van Oekraïne is rijk. Maar de echte rijkdom ligt in de bovenbouw — in instituties, leiderschap en visie. En die moeten nu worden gebouwd, steen voor steen.


Gepost op

in

door

Reacties

Plaats een reactie