Rotterdam – Een Nederlandse boot vol hulpgoederen voor Gaza is deze week tegengehouden door het IsraĂ«lische leger. De bemanning werd van boord gehaald en gearresteerd. Het schip maakte deel uit van de Global Sumud Flotilla: een internationale burgeractie met meer dan vijftig boten uit 44 landen. Aan boord: babyvoeding, menstruatieproducten, medische spullen, waterkits, kinderprotheses. Geen wapens. Geen strijders. Alleen burgers, zorgprofessionals, studenten, ouders.
De actie is georganiseerd door twee transnationale coalities: de Freedom Flotilla Coalition (FFC) en de Global Movement to Gaza (GMTG). Samen vormen ze een netwerk van burgerorganisaties uit zes continenten, van Canada tot Maleisië, van Noorwegen tot Bolivia. Opvallend afwezig zijn boten uit Arabische staten. Niet vanwege gebrek aan solidariteit, maar vanwege politieke repressie, diplomatieke belangen en het risico op vervolging.
De naam “Sumud” betekent standvastigheid in het Arabisch—een term die diep geworteld is in Palestijnse verzetstraditie. De keuze voor deze naam is symbolisch: het erkent de kracht van het Palestijnse volk, maar ook de afwezigheid van officiële steun uit de Arabische wereld.
📉 Gaza: cijfers zonder gezichten
Voor de oorlog telde Gaza zo’n 2,1 miljoen inwoners. Jong, dichtbevolkt, creatief. Nu is het onduidelijk hoeveel mensen er nog leven. De officiële dodentallen liggen boven de 46.000, maar dat is slechts het topje van de ijsberg. Onderzoekers van The Lancet waarschuwen dat het werkelijke aantal veel hoger ligt, door indirecte sterfte: honger, ziekte, trauma, gebrek aan medische zorg.
Toch blijven internationale instanties vasthouden aan groeipercentages van 2–2,4%. Alsof Gaza een spreadsheet is, geen menselijk drama. Alsof kinderen die sterven aan uitdroging niet meetellen, omdat ze niet “direct” zijn omgekomen door een bom.
Statistiek is strategie geworden. Cijfers zijn niet langer menselijk, maar tactisch. Ze worden ingezet om framing te ondersteunen, om genocide te ontkennen, om het geweld te normaliseren.
⚔️ “Oorlog” als semantisch rookgordijn
Het dominante woord in media en politiek is “oorlog”. Maar wat betekent dat nog?

Traditioneel gaat oorlog over twee strijdende partijen met militaire capaciteiten. Maar in Gaza is er geen symmetrie. Israël controleert het luchtruim, de grenzen, het water, de economie, de informatievoorziening. Hamas is geen staat, geen leger, maar een gefragmenteerde militie in een belegerde strook land.
De asymmetrie is totaal. Israël beschikt over drones, tanks, diplomatieke dekking en internationale media-invloed. Gaza beschikt over geïmproviseerde tunnels, beperkte wapens en een bevolking die gevangen zit. De vergelijking is absurd. Het is geen strijd—het is overmacht.
Ironisch genoeg is Hamas mede groot geworden dankzij Israël. In de jaren ’80 en ’90 faciliteerde Israël indirect de opkomst van Hamas als tegenwicht tegen de PLO. Een verdeel-en-heersstrategie die nu als boemerang terugkeert.
đź§ Framing: hoe taal het geweld maskeert
Wanneer “oorlog” het dominante narratief is:
- Bombardementen worden “operaties”.
- Doden worden “collateral damage”.
- Kinderen worden “menselijke schilden”.
- Hulpgoederen worden “strategische risico’s”.
Zelfs beelden van verwoesting worden betwist. Getuigenissen worden verdacht gemaakt. Documentatie wordt afgedaan als propaganda. En dat is geen toeval. Dat is framing. En framing is macht.
De taal die gebruikt wordt om Gaza te beschrijven, bepaalt hoe het geweld wordt begrepen. Wie de taal beheerst, beheerst het narratief. En wie het narratief beheerst, bepaalt wie als slachtoffer telt en wie als bedreiging.
📍 Rotterdam en de echo van asymmetrie
In wijken als Crooswijk, Delfshaven en op Zuid klinkt een ander geluid. Jongeren van 20 tot 30 jaar—studenten, zorgverleners, kunstenaars, ouders—stellen vragen die verder gaan dan headlines. Ze herkennen de asymmetrie. Ze voelen hoe waarheid wordt gemanaged. Ze zien hoe framing het geweld verdoezelt.
De vergelijking met Ronnie Brunswijk en Suriname is treffend: het laat zien hoe absurd het is om een hyper-geavanceerde militaire macht te vergelijken met een lokale, deels informele actor. Dat is geen oorlog. Dat is geopolitieke executie.
📚 Taal, macht en de dood van waarheid
Waarheid sterft niet per se door leugen, maar door taal. Door framing. Door semantiek. Door het gebruik van woorden als “oorlog”, “veiligheid”, “terrorisme”, “proportioneel”. Elk woord is een keuze. En elke keuze is een positie.
De dood van waarheid in Gaza is geen abstract filosofisch probleem. Het is een dagelijks realiteit voor mensen die hun kinderen verliezen, hun huizen, hun toekomst. Het is een realiteit voor journalisten die niet mogen filmen, voor artsen die geen morfine hebben, voor leraren die lesgeven in ruĂŻnes.
In Gaza is geen sprake van oorlog. Er is sprake van asymmetrisch geweld, van structurele overmacht, van beheerde verwoesting. En zolang het woord “oorlog” het dominante narratief blijft, zal de waarheid blijven sterven onder semantiek.
Want waar oorlog een woord is, is waarheid een echo. En die echo klinkt ook in Rotterdam.

Plaats een reactie