1. Intro: Rotterdam, geloof en de realiteit
We leven in een stad waar alles naast elkaar bestaat. Moskeeën, kerken, tempels, yoga-studio’s, TikTok-preken en stille twijfels. Rotterdam is rauw, eerlijk, en spiritueel op haar eigen manier. Maar als we het over geloof hebben, dan moeten we ook durven kijken naar de achterkant. Naar wat er gebeurt als religie niet meer draait om verbinding, maar om macht. Als leiders geen gidsen zijn, maar heersers. En als de gelovige niet beschermd wordt, maar gebruikt.
Ik schrijf dit stuk niet om te bashen. Niet om religie af te breken. Maar omdat ik te veel heb gezien, gehoord en meegemaakt om te zwijgen. En omdat ik geloof dat jullie—jongvolwassenen van nu—de generatie zijn die wél durft te kijken. Wél durft te kiezen. En wél durft te bouwen aan iets beters.
2. De cijfers: wie gelooft, wie blijft, wie breekt
Laten we beginnen bij iets simpels: intelligentie. In Nederland heeft ongeveer 6 op de 10 mensen een gemiddeld of lager IQ. In de jaren ’90 lag het gemiddelde IQ rond de 104. Dat betekent dat de meerderheid van de bevolking zich beweegt in het spectrum van “gemiddeld” tot “benedengemiddeld”.
En wat blijkt? Diezelfde 6 op de 10 blijven vaak trouw aan het geloof waarin ze zijn opgegroeid. Ze gaan naar de kerk, de moskee, de tempel. Niet alleen uit overtuiging, maar ook uit gewoonte, gemeenschap, en structuur. Geloof is voor hen een anker. Een ritueel. Een manier om het leven te begrijpen en te dragen.
Maar dan heb je die andere 4 op de 10. Mensen met een gemiddeld tot hoger IQ. En die ontwikkelen zich anders. Twee van hen behouden hun geloof, maar verlaten de kerk. Ze vinden de voorganger schijnheilig, de preek leeg, en de gemeenschap te gesloten. Ze worden spiritueel, maar niet religieus. Eén van de vier wordt atheïst. Vindt het geloof onlogisch, voelt er niks bij. En dan blijft er nog één over: die blijft wél kerkgaand. En vaak wordt diegene leider. Voorganger. Imam. Pastor. Dominee.
3. De leider: intelligent, invloedrijk… en soms gevaarlijk
Nu komt het pijnlijke deel. Want juist die ene op de vier, die slim is én kerkgaand blijft, wordt vaak de leider. En wat ik leerde op de Hogeschool van Rotterdam, faculteit WAG (Welzijn, Arbeid en Gezondheidszorg), is dat in 90% van de gevallen zo’n religieuze leider een strafblad heeft. Of op z’n minst op de beklaagdenbank van Justitie heeft gezeten.

Fraude. Machtsmisbruik. Seksuele intimidatie. Misbruik van donatiegelden. Manipulatie van kwetsbare mensen. Niet allemaal, maar wel opvallend veel. En als ik kijk naar mijn eigen leven, dan zie ik het terug.
Ik werkte in een verslavingskliniek. Daar ontmoette ik een boekhouder van een kerk. Een man die zichzelf kapot had gezopen uit wroeging. Waarom? Omdat hij jarenlang de donatiefraude van zijn pastor moest wegboeken. Die man was trouw aan God, maar moest ook trouw zijn aan zijn werkgever. En dat brak hem.
Ik hoorde verhalen uit mijn familiekring in Suriname. Over een pastor die stierf in een auto-ongeluk, samen met een vrouw die niet zijn echtgenote was. Iedereen wist dat het zijn buitenechtelijke partner was. En zo zijn er meer verhalen. Te veel om toeval te noemen.
4. Moskeeën, imams en de andere kant van de medaille
En nee, dit speelt niet alleen in kerken. Ook binnen islamitische gemeenschappen zie ik hetzelfde patroon. Een imam in mijn familie had seks met een vrouw uit zijn moskee. Ze kwam elke week bidden, en hij gebruikte zijn positie om haar te verleiden. Hij leeft niet meer, maar de schade blijft.
In de media zie je imams die haat prediken. Die antisemitisme verspreiden. Die zeggen dat kinderseks mag omdat de profeet dat ook zou hebben gedaan. Die hun preekstoel gebruiken als politiek verlengstuk. Om de massa op te hitsen. Om lelijke gedachten in te prenten.
En dat doet pijn. Want geloof hoort een plek van rust te zijn. Van verbinding. Van ethiek. Niet van misbruik, manipulatie en machtsspelletjes.
5. De theoloog: twee gezichten
Wat me opvalt, is dat de theologen die ik wél waardeer, allemaal buiten de kerk werken. In laboratoria. Als docenten bijbelse leer op middelbare scholen. Als onderzoekers. Zij zijn bescheiden, kritisch, en ethisch. Ze gebruiken hun kennis om te begrijpen, niet om te heersen.
Maar de theologen die ik verschrikkelijk vind? Die staan allemaal in de kerk. Op de kansel. In de moskee. En ze gedragen zich alsof ze God zélf zijn. Alsof ze boven de wet staan. Alsof ze mogen nemen wat ze willen, omdat ze het Woord verkondigen.
Dat is geen toeval. Dat is een patroon.
6. Wat betekent dit voor jou?
Jij bent jong. Je woont in Rotterdam. Je hebt vrienden van alle achtergronden. Je bent opgegroeid met religie, of juist zonder. Je zoekt zingeving, of je hebt het al gevonden. Maar wat je ook gelooft—of niet gelooft—je hebt het recht om te weten. Om te kiezen. Om te beschermen wat jou dierbaar is.
Laat je niet misleiden door titels. Door rituelen. Door heilige woorden. Kijk naar gedrag. Naar moraal. Naar hoe iemand omgaat met macht, geld, en kwetsbaarheid.
En als je ooit in de zorg werkt, of in het onderwijs, of in de media—durf dan te spreken. Durf te beschermen. Durf te confronteren.
7. Slot: geloof is van ons allemaal
Geloof is niet van de leiders. Niet van de imams, dominees, pastors of priesters. Geloof is van jou. Van mij. Van ons. Het is een innerlijke zoektocht. Een bron van kracht. Een manier om het leven te dragen.
Maar als geloof wordt gebruikt om te heersen, te misbruiken, of te manipuleren—dan moeten we ingrijpen. Dan moeten we durven zeggen: “Tot hier en niet verder.”
Ik heb het gezien. Ik heb het meegemaakt. En ik weet: jullie zijn de generatie die het anders kan doen.
Dus kijk. Luister. Spreek. En bouw.
Want Rotterdam verdient beter. En jij ook.



Plaats een reactie