Jongeren en de Evolutie van Gemeenschapswaarden

Je loopt door Crooswijk, Delfshaven, de Bijlmer of Paramaribo. Je ziet jongeren groeten met “Salaam”, je hoort minder gevloek op straat, en de kleding is soberder dan tien jaar geleden. Tegelijkertijd hoor je op tv dat we “wit” moeten zeggen in plaats van “blank”, dat “zwart” gevoelig ligt, en dat “donker” misschien neutraler klinkt. En ergens denk je: waar zijn we mee bezig? Is dit gewoon mode? Of is dit iets groters?

Welkom in het tijdperk van patroonverschuivingen. Geen revolutie, geen manifest, maar een stille herinrichting van hoe we met elkaar omgaan. In dit artikel duiken we in die subtiele veranderingen—van taal tot gedrag, van kleding tot moraal—en wat ze zeggen over onze tijd. Niet om te oordelen, maar om te begrijpen.

🧠 Taal als thermometer van de tijd

Taal verandert altijd. Maar de laatste jaren lijkt het alsof elk woord een mijnenveld is. “Blank” is nu “wit”. “Allochtoon” is “persoon met migratieachtergrond”. “Zwart” is soms “donker”, soms “van kleur”, soms “BIPOC”. En het N-woord? Terecht taboe, maar zelfs de discussie erover is beladen.

Advertentie

Volgens taalkundige Femke van Rijn komt taalverandering vaak door taalcontact—verschillende gemeenschappen die elkaar beïnvloeden. Maar in Nederland is er meer aan de hand: taal wordt een moreel paspoort. Zeg je het verkeerde, dan ben je “niet inclusief”. Zeg je het juiste, dan laat je zien dat je “wakker” bent.

Voor veel jongeren voelt dat als kramp. “Ik wil gewoon praten zonder bang te zijn iets verkeerds te zeggen,” zegt Aïsha (27) uit Rotterdam. “Maar ik snap ook dat woorden pijn kunnen doen. Het is zoeken.”

🧕 Islamisering zonder debat

Terwijl politici als Geert Wilders waarschuwen voor islamisering via sharia of moskeeën, gebeurt er iets veel subtielers: een culturele islamisering via gedragspatronen. Denk aan het vermijden van vloeken, het gebruik van religieuze groeten, het dragen van sobere kleding, en het tonen van eerbied in taal.

In wijken als Crooswijk, de Schilderswijk en Paramaribo zie je dat terug. Jongeren groeten met “Salaam”, vermijden grove taal, en spreken met respect over religieuze figuren. Niet omdat het moet, maar omdat het normaal is geworden.

Volgens socioloog M.G. Sulman is deze vorm van islamisering geen overname, maar een geleidelijke verschuiving. “Wat begint met een gebedsruimte hier, een halal-optie daar, wordt allengs een cultureel kantelpunt.”

👕 Kleding als code

Mode is tijdelijk, maar sommige kledingpatronen blijven. In islamitische gemeenschappen is kleding een visuele semantiek: het zegt iets over wie je bent, wat je gelooft, en hoe je je wilt gedragen. Maar ook buiten religieuze context zie je dat sobere kleding stijgt in populariteit.

“Het is niet dat ik supergelovig ben,” zegt Mo (24), “maar ik voel me gewoon fijner in kleding die niet alles laat zien. En ja, mijn moeder vindt dat ook belangrijk.”

Tegelijkertijd ontstaat verwarring: wie draagt wat, en waarom? Is het religie? Is het mode? Is het groepsdruk? En wat als je je niet aan die codes houdt?

🏛️ Bestuurders en taalpolitiek

Overheden en gemeenten richten zich steeds meer op inclusieve taal. Amsterdam heeft richtlijnen opgesteld, ambtenaren krijgen trainingen, en beleidsstukken worden herschreven. Maar wat betekent dat voor de straat?

“Het voelt alsof ze bezig zijn met woorden, terwijl wij bezig zijn met overleven,” zegt Jermain (29) uit Rotterdam. “Ik wil gewoon dat mijn buurman me respecteert, niet dat hij de juiste term gebruikt.”

Toch is die focus niet zomaar. Volgens Het Rad is taal een sleutel tot inclusie—een manier om barrières te doorbreken en mensen te erkennen. Maar de vraag blijft: helpt het echt?

⚖️ Juridische taal zonder juristen

De verschuiving van “blank” naar “wit” lijkt soms juridisch van toon. Alsof je een wet overtreedt als je het verkeerde woord gebruikt. Maar juridisch gezien is er geen wet die “blank” verbiedt. Het is een maatschappelijke keuze, geen juridische verplichting.

Toch voelt het voor veel mensen alsof ze een advocaat moeten zijn om mee te kunnen praten. “Ik weet niet meer wat ik mag zeggen,” zegt Shanti (25) uit Paramaribo. “En ik ben geen jurist.”

Dat roept vragen op: Is elke burger die hieraan meedoet een advocaat? Kent iedereen zijn rechten? Of herhalen we gewoon wat we horen?

🍞 Brood en spelen

En dan is er nog het klassieke principe: geef het volk brood en spelen. Terwijl bestuurders zich bezighouden met taalcorrectheid, inclusieprojecten en hersentrainingen, verandert de sociale werkelijkheid onder hun neus.

Islamitische patronen worden gevolgd, niet als project, maar als levensstijl. Mensen groeten anders, kleden zich anders, spreken anders. Niet omdat het moet, maar omdat het past bij hun waarden.

En dat roept vragen op: Is dit de werkelijke islamisering? Niet via wetten, maar via gewoontes. Niet via debat, maar via gedrag.

🧩 Patronen zonder project

Wat je ziet in Rotterdam, in Suriname, in Vlaanderen—is geen project. Het is een verschuiving van onderop. Mensen veranderen, gewoontes veranderen, taal verandert. Soms bewust, soms onbewust.

Wordt de term ‘vegetarisch gehakt’ verboden? | LUBACH

En dat maakt het moeilijk te duiden. Is het islamisering? Is het mode? Is het sociale druk? Of is het gewoon hoe samenlevingen evolueren?

Volgens HOVO Utrecht is taalverandering van alle tijden. Maar wat we nu zien, gaat verder dan taal. Het raakt aan identiteit, moraal en gemeenschap.

🎭 Slot: theater of werkelijkheid?

Je kunt je afvragen: is dit allemaal theater? Zijn we bezig met woorden, terwijl de echte vragen blijven liggen? Of is dit juist de werkelijkheid—een samenleving die zich herschikt, langzaam, stilletjes, via patronen?

Wat vaststaat: de veranderingen zijn er. In taal, in gedrag, in kleding, in moraal. En ze zeggen iets over wie we zijn, waar we vandaan komen, en waar we naartoe gaan.

Niet om te oordelen. Maar om te begrijpen.


Gepost op

in

door

Reacties

Plaats een reactie