Rotterdam – De belofte van vrede klinkt mooi in speeches en campagnes, maar wie om zich heen kijkt ziet dat de wereld steeds meer in brand staat. Van Oekraïne tot Venezuela, van Taiwan tot de Zuid‑Chinese Zee: overal duiken spanningen op die draaien om macht, geld en grondstoffen. En ja, ook Nederland en Suriname voelen die druk, zelfs al lijkt het conflict ver weg.
Dit artikel neemt je mee langs de geopolitieke breuklijnen van vandaag, en legt uit waarom de verhalen die we in het nieuws horen vaak maar een deel van de werkelijkheid laten zien. Want achter de retoriek van religie, migratie of democratie schuilt meestal een harde economische logica.
De belofte van Trump: vrede zonder oorlog?
Donald Trump presenteerde zich als de president die geen nieuwe oorlogen zou beginnen. Hij beloofde dat Amerikaanse soldaten niet opnieuw in verre landen zouden sneuvelen. In zijn woorden: “America First”.
Maar wat zien we nu? In Venezuela voert hij militaire acties uit tegen vissersboten die volgens hem drugs smokkelen. Meer dan tachtig mensen kwamen daarbij om het leven. Officieel geen oorlog, maar wel degelijk geweld. Het verschil zit in de definitie: geen grootschalige invasies zoals Irak of Afghanistan, maar kleinschalige interventies die hij niet als oorlog benoemt.
Het is een slimme manier om zijn belofte formeel na te komen, terwijl de realiteit laat zien dat er wel degelijk slachtoffers vallen. Vrede in naam, oorlog in praktijk.
Venezuela: olie, migratie en de ABC‑eilanden
Waarom juist Venezuela? Het land bezit de grootste olievoorraad ter wereld. Voor de VS is dat strategisch goud. Daarnaast ligt Venezuela op steenworp afstand van de ABC‑eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao), die deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.
- Geografie: Curaçao ligt slechts 65 km van de Venezolaanse kust.
- Militaire aanwezigheid: Op Curaçao bevindt zich een luchtbasis die door Nederland en de VS wordt gebruikt voor patrouilles.
- Perceptie: Venezuela ziet die eilanden als bondgenoten van Washington, ook al zegt Nederland dat ze niet betrokken zijn bij Amerikaanse operaties.
Voor Nederland betekent dit dat we niet neutraal kunnen blijven. Als de VS en Venezuela botsen, liggen onze eilanden letterlijk in de frontlinie.
Migratie als retoriek
Trump koppelt zijn acties in Venezuela ook aan migratie. Hij zegt dat miljoenen Venezolanen de crisis ontvluchten en dat dit een bedreiging vormt voor de VS. In werkelijkheid gaat het om een Amerikaanse beleidskeuze: de VS bepaalt zelf hoeveel migranten worden toegelaten.
Migratie is dus niet iets dat Venezuela “oplegt” aan Amerika. Het is een gevolg van crisis en repressie in Venezuela, maar dat er zoveel mensen in de VS belanden komt doordat Washington zelf de deur openzet of sluit.
Het narratief van migratie als dreiging is daarmee vooral een politiek instrument. Het mobiliseert angst en rechtvaardigt militair optreden, terwijl de kern draait om olie en geopolitieke invloed.
Nigeria: religie als façade, geld als kern
Trump dreigde ook richting Nigeria, met het argument dat christenen daar door Boko Haram werden aangevallen. Dat klinkt als een humanitaire reden, maar de werkelijkheid is anders: de meeste slachtoffers van Boko Haram zijn juist moslims.
Waarom dan toch die focus op christenen? Omdat het goed aansluit bij zijn achterban in de VS. Religie wordt hier gebruikt als kapstok om een bredere agenda te verhullen.
En die agenda? Nigeria is een sleutelstaat in Afrika, rijk aan olie en grondstoffen. Bovendien zet de regering stappen om minder afhankelijk te worden van de Amerikaanse dollar. Dat raakt direct aan de dollarhegemonie, het fundament van Amerikaanse macht.
Dollarhegemonie: het stille fundament van macht

De dollar is de dominante munt in wereldhandel. Landen moeten dollars aanhouden om olie te kopen of schulden af te lossen. Dat creëert permanente vraag naar de dollar en houdt de waarde hoog.
Als landen zoals Nigeria, Venezuela of BRICS‑partners overstappen op handel in yuan of euro, daalt die vraag. Minder vraag → waardedaling → inflatie in de VS.
Het lijkt technisch, maar het is explosief: de dollarhegemonie is de ruggengraat van Amerikaanse macht. Wie eraan morrelt, daagt Washington uit. En dat leidt vaak tot druk, sancties of zelfs militaire interventies.
Crises en oorlog: een historisch patroon
Wie terugkijkt ziet dat economische crises vaak de voorloper zijn van oorlogen.
- 1770s: Britse schulden na de Zevenjarige Oorlog → belastingdruk op koloniën → Amerikaanse Revolutie.
- 1929: Beurskrach → Grote Depressie → opkomst van Hitler en militarisme in Japan → Tweede Wereldoorlog.
- 2008: Hypotheekcrisis → mondiale recessie → populisme en geopolitieke verschuivingen. Nog geen wereldoorlog, maar wel een multipolaire wereldorde.
Het patroon is duidelijk: economische instabiliteit leidt tot sociale onrust, extremisme en uiteindelijk geopolitieke botsingen.
Waarom oorlog “nodig” lijkt in het systeem
Het klinkt cynisch, maar oorlog is vaak ingebouwd in het economische model.
- Industrie: Oorlog stimuleert productie en werkgelegenheid.
- Invloed: Staten gebruiken oorlog om hun invloedssfeer te behouden of uit te breiden.
- Grondstoffen: Conflicten zijn een middel om toegang tot olie, gas en metalen veilig te stellen.
- Valuta: Oorlog kan de positie van een munt (zoals de dollar) beschermen.
Daarom zien we dat oorlog telkens terugkomt, zelfs na beloftes van vrede. Het systeem is zo ontworpen dat conflict een uitweg biedt voor economische druk.
Nederland en Suriname: dichtbij en toch ver weg
Voor Nederland is dit geen ver‑van‑mijn‑bed‑show. De ABC‑eilanden liggen letterlijk in de vuurlinie. Als de VS en Venezuela botsen, kan Nederland niet neutraal blijven.
Voor Suriname geldt iets soortgelijks: het land ligt in dezelfde regio en voelt de geopolitieke druk. Handel, migratie en veiligheid worden direct beïnvloed door wat er in Venezuela gebeurt.
En Vlaanderen? Als deel van Europa is het via de EU en NAVO verbonden met deze dynamiek. Oorlog in Latijns‑Amerika of Azië kan via energieprijzen en migratiegolven ook daar voelbaar worden.
Het grotere plaatje: multipolaire wereldorde
We leven niet meer in een wereld waar de VS alleen de dienst uitmaakt. China, Rusland, India, Brazilië en andere landen vormen samen een tegenblok. Dat maakt de wereld multipolair: meerdere machtscentra die elkaar uitdagen.
- Oekraïne: botsing tussen NAVO en Rusland.
- Venezuela: botsing tussen VS en Latijns‑Amerika, met China en Rusland op de achtergrond.
- Taiwan/Zuid‑Chinese Zee: botsing tussen VS en China.
Deze brandhaarden versterken elkaar. Een crisis in Venezuela kan de spanningen in Taiwan vergroten, en omgekeerd. Het geheel vormt een kettingreactie die de kiem kan zijn van een grotere oorlog.
Conclusie: vrede als illusie, oorlog als systeem
Trump belooft vrede, maar de realiteit laat zien dat oorlog ingebouwd is in het systeem. Of het nu gaat om olie in Venezuela, valuta in Nigeria of invloed in Taiwan: telkens draait het om geld en macht.
Nederland en Suriname staan niet buiten dit spel. De ABC‑eilanden liggen letterlijk in de frontlinie, en via NAVO en EU is Europa direct betrokken.
Wat we in het nieuws horen – religie, migratie, mensenrechten – is vaak maar een façade. De kern is harder: oorlog is een instrument om economische en geopolitieke belangen veilig te stellen.
Slotgedachte
We leven in een tijd waarin meerdere crises tegelijk spelen. Dat voelt chaotisch, maar het is ook een kans om te begrijpen hoe de wereld werkelijk werkt. Achter elke headline schuilt een systeem dat draait om macht, geld en grondstoffen.
Wie dat doorziet, kijkt anders naar de beloftes van vrede. Want zolang het economische model oorlog nodig heeft om zichzelf draaiende te houden, blijft vrede vooral een woord in speeches – en niet de realiteit op straat.



Plaats een reactie