Rotterdam. Stad van aankomst, stad van vertrek, stad van mensen die hun koffers neerzetten en hun verhalen achterlaten in de stoeptegels van Crooswijk, Delfshaven, de Nieuwe Binnenweg. Hier, waar de Maas altijd stroomt en de skyline zich blijft vernieuwen, werd dit jaar een ander soort feest gevierd. Geen kampioenschap van Feyenoord, geen Koningsdag, geen zomerse festivalnacht. Het was een feest dat begon in Syrië, maar eindigde in Rotterdam: één jaar zonder Bashar al‑Assad.
De vlaggen gingen omhoog, muziek knalde uit speakers, auto’s toeterden alsof ze de stad wakker wilden schudden. Voor buitenstaanders leek het misschien een vreemde viering. Maar wie de ogen van de mensen zag, begreep dat dit geen gewone avond was. Het was een uitbarsting van opluchting, een moment waarin trauma en hoop elkaar raakten.
De lange schaduw van een dictator
Assad was geen gewone leider. Hij was een symbool van angst, een man die zijn land decennialang in een wurggreep hield. Martelingen, bombardementen, chemische aanvallen – het waren geen verhalen uit geschiedenisboeken, maar herinneringen die nog vers in de hoofden van miljoenen Syriërs zitten.
Toen de Arabische Lente in 2011 Syrië bereikte, hoopten velen op verandering. Wat volgde was een burgeroorlog die dertien jaar duurde. Steden werden verwoest, families uit elkaar gerukt, miljoenen mensen sloegen op de vlucht. En nu, een jaar na zijn val, vieren Syriërs in Rotterdam niet alleen dat een dictator weg is, maar ook dat hun nachtmerries een naam en gezicht verloren hebben.
Rotterdam als spiegel van migratie
Rotterdam kent migratiegolven als geen ander. In de jaren ’90 kwamen Somaliërs, vaak getekend door burgeroorlog. Rond dezelfde tijd arriveerden Joodse asielzoekers uit Rusland, met hun eigen verhalen van vervolging en verlies.
En toen, na 2011, kwamen de Syriërs. Niet in kleine aantallen, maar in duizenden tegelijk. In 2015, tijdens de Europese vluchtelingencrisis, bereikte de instroom een hoogtepunt. Rotterdam werd opnieuw een stad van aankomst, een stad waar trauma zichtbaar werd in de ogen van mensen achter de toonbank van een shoarmatent aan de Crooswijkseweg. Ogen die leken te zeggen: “We hebben gisteren de duivel ontmoet.”
Vrijheid of val?
De vraag blijft hangen in de lucht: vieren ze vrijheid, of vieren ze de val van Assad? Vrijheid is een groot woord. Het land is nog steeds chaotisch, de economie ligt in puin, islamistische groepen vullen delen van het machtsvacuüm.
Maar voor velen maakt dat nu niet uit. Het moment van vieren gaat niet over garanties voor morgen, maar over het einde van een tijdperk. Het is de opluchting van een ketting die eindelijk losvalt, zelfs als je nog niet weet wat er daarna komt.
De Nederlandse blik: blijven of teruggaan?
In Nederland klinkt een ander gesprek. “Ze kwamen hier omdat er oorlog was. Nu is die oorlog voorbij. Moeten ze niet terug?” Het is een vraag die rondzingt in cafés, talkshows en buurthuizen.

Maar de realiteit is complexer. Syrië is niet veilig. Teruggaan betekent onzekerheid, armoede, chaos. En ondertussen hebben velen hier wortels geschoten. Kinderen zitten op Nederlandse scholen, ouders werken in Rotterdamse bedrijven, families hebben nieuwe netwerken opgebouwd.
De overheid weet dat migratie ook een demografisch antwoord is. Nederland vergrijst, de bevolkingspiramide kraakt. Nieuwe werkenden zijn nodig om pensioenen, zorg en economie overeind te houden. Dat maakt grootschalige terugkeer niet alleen onwaarschijnlijk, maar ook onwenselijk vanuit beleidslogica.
Botsingen en verdeel‑en‑heers
Toch botst het. In wijken waar talen en gewoonten elkaar kruisen, ontstaan spanningen. Voor sommigen voelt migratie als bedreiging van “ons Nederlandje”. Voor anderen is het een verrijking.
En daar speelt een oud mechanisme mee: verdeel‑en‑heers. In Suriname werden etnische lijnen gebruikt om verzet te breken. In Nederland hield verzuiling mensen gescheiden in katholieke, protestantse, liberale en socialistische werelden. Vandaag zijn migratie en cultuurverschillen nieuwe breuklijnen.
Voor machthebbers kan dat functioneel zijn. Als groepen elkaar wantrouwen, blijft de focus weg van de elite. En wanneer spanningen oplopen, kan de overheid optreden als redder, als probleemoplosser. Het toneelstuk van “de wil van het volk” speelt zich af, terwijl achter de schermen pragmatische keuzes worden gemaakt.
Trauma als brandstof
Er circuleert een idee dat trauma een bevolking productiever maakt. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Europa zichzelf opnieuw op met ongekende energie. Het collectieve litteken werd een bron van kracht.
Syriërs dragen hun eigen trauma. Voor sommigen is het een last die zwaar weegt. Voor anderen een drijfveer om opnieuw te beginnen, harder te werken, iets op te bouwen in veiligheid. Voor de overheid is dat potentieel aantrekkelijk. Het stimuleert niet om Syriërs massaal terug te sturen. Het ziet in hen nieuwe belastingbetalers, nieuwe handen voor de zorg, nieuwe energie voor een vergrijzend land.
Rotterdam als podium
Rotterdam is geen neutrale achtergrond. Het is een stad die migratie niet wegpoetst, maar zichtbaar maakt. Somaliërs in de jaren ’90, Russische Joden in ziekenhuizen, Syriërs in shoarmatenten – elke golf laat sporen achter.
De viering van Assad’s val op de Nieuwe Binnenweg was dus niet alleen een Syrisch moment. Het was een Rotterdams moment. Een stad die begrijpt dat vrijheid niet altijd netjes komt, dat trauma en hoop samen kunnen dansen, dat de straat een plek is waar geschiedenis voelbaar wordt.
Voorbij de Maas
Voor lezers in Suriname, het Caribisch deel van Nederland en Vlaanderen is dit verhaal meer dan een lokale anekdote. Het laat zien hoe migratie, trauma en politiek samenkomen in een Europese stad. Het laat zien hoe een dictator in Damascus zijn echo’s laat horen in Crooswijk.
Het laat ook zien hoe verdeeldheid en solidariteit hand in hand gaan. Hoe mensen vieren, zelfs als de toekomst onzeker is. Hoe een stad als Rotterdam de wereld in zich draagt, en hoe de wereld zich in Rotterdam laat zien.
Tussen feest en twijfel
Dus wat nu? Sommigen zullen teruggaan als Syrië ooit stabiel wordt. Velen zullen blijven, hun kinderen grootbrengen in Nederland, hun verhalen verweven met de stad. Politiek Den Haag zal blijven balanceren tussen publieke roep om terugkeer en stille noodzaak van nieuwe werkenden.
En Rotterdam zal blijven wat het altijd is geweest: een stad van aankomst, van tegenstellingen, van veerkracht. Een stad waar de val van een dictator duizenden kilometers verderop kan veranderen in een straatfeest.
Het feest is niet alleen over Syrië. Het gaat over de menselijke behoefte om eindes te markeren, om hoop te vinden in instorting, om vreugde te claimen zelfs als morgen onzeker is. Rotterdam begrijpt dat. Rotterdam leeft dat.



Plaats een reactie