Rotterdam – Het verhaal van Mohammad Reza Pahlavi, de laatste sjah van Iran, is geen stoffige geschiedenisles. Het is een spiegel die ons dwingt te kijken naar patronen van macht, uitbuiting en hypocrisie die vandaag nog steeds door onze straten waaien. Vanuit Rotterdam, waar de haven de wereld in- en uitademt, voel je diezelfde energie: grondstoffen, geldstromen, belangen. Het is de adem van de gewone man die weet dat rijkdom vaak niet bij hem terechtkomt, maar verdwijnt in de zakken van multinationals en lobby’s.
De sjah werd geboren in 1919, zoon van Reza Shah, en kreeg een westerse opvoeding in Zwitserland. Hij leerde discipline, talen en kosmopolitische manieren, maar verloor de voeling met de Iraanse straat. Toen hij in 1941 op jonge leeftijd de troon besteeg, leek hij een monarch van de modernisering. Maar achter de façade van vooruitgang lag een systeem dat Iran opnieuw tot wingewest maakte.
Mossadegh en de Droom van Nationale Rijkdom
In 1951 kwam premier Mohammad Mossadegh op, een man die de moed had om de olie-industrie te nationaliseren. Voor het eerst leek Iran de vruchten van zijn eigen bodem te kunnen plukken. Het volk stond achter hem, de straat voelde dat er rechtvaardigheid gloorde. Maar die droom duurde kort.
De Britten, via de Anglo-Iranian Oil Company (later BP), en de Amerikanen zagen hun belangen bedreigd. De coup van 1953, gesteund door CIA en MI6, maakte een einde aan Mossadeghs project. De sjah werd hersteld, maar niet als een onafhankelijke monarch. Hij werd een man die zijn hand moest ophouden bij Washington, terwijl de olieopbrengsten opnieuw wegstroomden naar westerse bedrijven. Iran was weer wingewest, een derdewereldland in de zin van neokolonialisme: rijkdom in de grond, armoede in de straat.
Absolute Alleenheerschappij
Na 1953 was de sjah geen ceremoniële monarch meer. Hij werd een absolute heerser. Hij bouwde de geheime dienst SAVAK uit tot een instrument van angst. Hij lanceerde de Witte Revolutie met landhervormingen en onderwijs, maar alles bleef onder zijn controle. Modernisering werd een façade, repressie de realiteit.
Het volk voelde de kloof groeien. De elite profiteerde, de gewone man bleef achter. Het was de energie van uitbuiting die je ook in Rotterdamse straten herkent: de arbeider die ploetert, terwijl de winst verdwijnt in onzichtbare handen.
De Sjah en de Lobby’s
In een interview met Mike Wallace in de jaren ’70 liet de sjah zich ontvallen dat de Joodse lobby in de VS te veel macht had. Het was een opmerkelijke uitspraak van een bondgenoot van Amerika. Hij zag hoe Israël in Washington bijna onaantastbaar was, hoe steun bipartisan en ritueel werd.
Die woorden klinken vandaag nog door. Kijk naar hoe Benjamin Netanyahu ontvangen wordt in het Amerikaanse Congres: staande ovaties van zowel Democraten als Republikeinen. Het voelt alsof hij daar de baas is, alsof een buitenlandse premier de toon zet in een parlement dat zegt te staan voor mensenrechten.
De sjah benoemde patronen die officieel nooit bewezen zijn, maar die zichtbaar blijven in symboliek en gedrag. Het is de echo van macht die niet transparant is, maar wel voelbaar.
Olie, Armoede en Hypocrisie

Na de coup vloeiden de olieopbrengsten weg naar multinationals. De sjah moest zijn modernisering financieren met Amerikaanse steun. Voor het volk voelde dit als verraad: hun rijkdom werd weggegeven, hun leider stond onder curatele.
Het is dezelfde hypocrisie die je ziet wanneer de VS mensenrechten predikt, maar tegelijk wapens levert aan Israël, zelfs wanneer er beschuldigingen van massamoord klinken. Bij andere landen zouden sancties volgen, maar hier weegt de strategische alliantie zwaarder dan rechtvaardigheid. Het is een dubbele standaard die de straat herkent: regels voor de één, uitzonderingen voor de ander.
Het Volk en de Ayatollahs
In 1978 en 1979 kwam het volk in opstand. Miljoenen gingen de straat op, stakingen en protesten groeiden uit tot een nationale beweging. De sjah verloor steun, het leger wankelde, en hij vluchtte.
De leegte werd gevuld door de mullahs en ayatollahs, met Khomeini als centrale figuur. De monarchie stortte in, de Islamitische Republiek werd geboren. Het was de energie van de straat die de macht verschoof, maar langs religieuze lijnen die de toekomst van Iran bepaalden.
Patronen van Macht en Uitbuiting
Het verhaal van de sjah is geen afgesloten hoofdstuk. Het laat zien hoe landen met rijkdom in de grond vaak wingewesten worden, hoe multinationals en lobby’s de opbrengsten wegsluizen, hoe leiders afhankelijk worden van buitenlandse steun.
Het is een patroon dat je herkent in de strijd van landen vandaag die zich proberen los te maken van neokolonialisme. Het is de logica van macht, geld en belangen die sterker weegt dan rechtvaardigheid.
Epstein en de Schaduw van Netwerken
Wanneer je dit alles naast het Epstein-verhaal legt, zie je dezelfde structuren. Verborgen netwerken, elites die achter gesloten deuren opereren, belangen die zwaarder wegen dan transparantie. Het voedt het wantrouwen dat officiële verhalen vaak niet overeenkomen met wat er werkelijk gebeurt.
Het is de energie van de straat die zegt: er is meer dan wat we zien. Het is de intuïtie van de gewone man die patronen herkent, zelfs wanneer bewijs ontbreekt.
Rotterdam en de Wereld
Vanuit Rotterdam voel je deze verhalen dichtbij. De haven is een spiegel van mondiale stromen: olie, goederen, geld. Je ziet hoe rijkdom binnenkomt en weer verdwijnt, hoe de arbeider ploetert terwijl de winst elders belandt.
Het verhaal van de sjah is dus ook ons verhaal. Het gaat over macht en uitbuiting, over hypocrisie en dubbele standaarden, over de energie van de straat die zich niet laat negeren.
Conclusie
De sjah van Iran verloor zijn macht niet alleen door fouten of zwakte, maar door patronen van neokolonialisme en afhankelijkheid die hem tot marionet maakten. Het volk kwam in opstand, de ayatollahs namen de leiding, en een nieuwe orde werd geboren.
Zijn uitspraken over lobby’s en macht zijn geen harde bewijzen, maar echo’s van patronen die vandaag nog zichtbaar zijn. Van Mossadeghs droom tot Netanyahu’s ovaties, van olieopbrengsten tot wapenleveringen, van Epstein tot de haven van Rotterdam: het zijn schakels in een keten van macht en uitbuiting.
En wie goed kijkt, ziet dat de straat altijd de energie levert die systemen doet wankelen. Dat was zo in Teheran, dat is zo in Rotterdam, en dat blijft zo overal waar mensen vrijheid en rechtvaardigheid ademen.



Plaats een reactie